Jop van der Meij De Zuivering

De Zuivering – Over Redigeren, First Drafts en Geduld

Als je bekend maakt dat je een boek aan het schrijven bent, kun je ervan uitgaan dat mensen in je omgeving regelmatig zullen vragen naar je vooruitgang. Dat is goed! Het getuigt immers van interesse en medeleven, iets wat je misschien nog wel hard nodig gaat hebben tijdens het hele schrijfproces. Natuurlijk werkt het je ook weleens op de zenuwen, als je bijvoorbeeld door wat woelige wateren gaat of zelfs tegen zo’n beruchte ‘writer’s block’ bent opgelopen, maar ook dat hoort er allemaal bij! Twijfels, frustraties, moedeloosheid. Bloed, zweet en tranen. Alles is het waard als je uiteindelijk de laatste zin hebt opgeschreven en iedereen kunt zeggen: “Ik deed het! Ik heb een boek geschreven!” Tijd voor euforie en feest!

En dan komt uit je omgeving waarschijnlijk de volgende vraag: “Wanneer ligt je boek in de winkel?”

Uhm…

Redigeren

Het is een begrijpelijke vraag. Je hebt je tijd genomen om iets te produceren, het is klaar, dus nu is het tijd om er de vruchten van te plukken, toch? Het is wel het meest ideale scenario, maar niet hoe het doorgaans in de praktijk werkt. Zelfs niet voor de meest succesvolle auteurs die al meerdere boeken op hun naam hebben staan. Er is een volgende horde die nu genomen moet worden. Het figuurlijke kind (jouw boek, in dit geval) is geboren, maar nu is het tijd voor de opvoeding.

Geen enkele first draft, hoe zwaarbevochten deze ook is, is perfect. Er zijn zelfs schrijvers die zeggen dat alle first drafts automatisch slecht zijn, geen enkele uitgezonderd. Dat is naar mijn mening weer een ietwat te genadeloze benadering, maar ik begrijp waar ze vandaan komen. First drafts zitten vol verbeterpunten. Ze zijn de basis van waaruit het verhaal nog sterker uitgewerkt kan worden. Dit is niet een gedachte waar iedereen op zit te wachten als ze net met veel moeite iets gecreëerd hebben, maar redigeerwerk is nodig. Wenselijk zelfs, want over het algemeen wordt je werk er alleen maar beter van. En is dat niet wat iedereen voor zijn/haar kind… boek wil? Het beste? Daar komt nog bij dat, als je je boek op de traditionele manier kwijt wilt, bijvoorbeeld via een uitgeverij, deze stap hoe dan ook in beeld gaat komen, dus waarom zou je het proberen te vermijden?

Ze zeggen weleens dat er een dorp voor nodig is om een kind op te voeden. Wel, bij een boek is het niet per se anders. Natuurlijk, je kunt het redigeerwerk helemaal in je eentje aanpakken – je hebt het immers ook allemaal zelf geschreven – maar het is zo lonend om je project aan anderen te laten zien en hun feedback te krijgen. Verschillende personen zien meer dan één. Als je de juiste mensen hebt uitgekozen, namelijk mensen die op constructieve wijze kritisch kunnen zijn en van wie je het commentaar wilt aannemen, kunnen zij het redigeerwerk aanzienlijk vereenvoudigen.

De Zuivering Jop van der Meij
Post-its en volgeschreven kantlijnen. Het ziet er dramatischer uit dan het is. Meestal…

Na een klein jaar schrijven aan De Zuivering zag ik zelf niet meer wat ik verder kon doen om het boek te redigeren. Natuurlijk, ik had wel ideeën, maar ik kon niet meer overzien of deze het verhaal ten goede zouden komen. Uiteindelijk heb je zoveel tijd in het verhaal gezeten, dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Als ik een hoofdstuk probeerde te herlezen, wist ik precies wat er ging gebeuren en welke zinnen gingen komen. Met als gevolg? Ik las over grote gedeeltes van het verhaal heen waar ik juist grondig wilde zijn. Daarnaast was ik me er ook sterk van bewust dat ik als schrijver veel meer kennis had over de karakters, de wereld en het verhaal dan ik op papier kwijt kon. Dat is prima, want niet alles hoeft op papier gezet te worden. Echter, dit betekende dus wel dat ik moeilijk kon inschatten of er gaten in het verhaal zaten. Was alles duidelijk voor de lezer? Waren de spanningsbogen goed opgebouwd? Kwamen de karakters uit de verf? Was alles logisch?

Om antwoorden te krijgen op deze vragen, gaf ik de first draft van De Zuivering graag (alsook met een gezonde dosis spanning) over aan mijn proeflezers. Allemaal mensen in mijn directe omgeving van wie ik wist dat ze op meerdere vlakken kritisch konden zijn en in wie ik het vertrouwen had dat ze deze kritiek ook zonder terughoudendheid met me zouden delen. In de tijd dat zij zich over mijn schrijfwerk zouden buigen, zou ik even de afstand kunnen nemen die nodig was om straks weer met een frisse blik aan mijn boek te kunnen werken.   

En nu?

Kort door de bocht: ik heb geleerd dat De Zuivering bij mijn alpha-lezers in goede aarde is gevallen (*haalt opgelucht adem*)! Al het binnengekomen commentaar is er vooral op gericht om het boek beter te maken.

Recentelijk, tijdens een heerlijke wandeling over het strand en door de duinen, heb ik van P een uitgebreid boekwerk vol suggesties, vraagtekens en overpeinzingen mogen ontvangen die me kunnen helpen bij het redigeerwerk voor De Zuivering. Samen met de feedback die ik in de afgelopen maanden al van mijn andere alpha-lezers heb mogen ontvangen, heb ik nu voldoende handvatten om weer gericht verder te gaan met het redigeerwerk. Dit is iets waar ik mijn alpha-lezers niet genoeg voor kan bedanken. Ik waardeer al hun onbaatzuchtige inzet enorm, zelfs al zijn ze soms genadeloos kritisch.

Wat zijn nu mijn volgende stappen om De Zuivering klaar te maken voor publicatie? Nou, mijn alpha-lezers zijn nog even niet van me af. Terwijl ik hun feedback doorneem en vergelijk, zal ik ieder van hen nog minstens één keer lastigvallen om ze te vragen wat zij van bepaalde kwesties vinden die door andere alpha-lezers zijn opgebracht. Welke kritieken zijn terecht en welke kan ik zonder gewetenswroeging naast me neerleggen? Idealiter, probeer ik al mijn alpha-lezers uiteindelijk in dezelfde kamer te krijgen voor een boekbespreking, wat zonder twijfel een leerzame ervaring zal zijn. Met de kennis die ik daarmee opdoe, kan ik terug naar de schrijftafel.

Gelukkig ben ik een schrijver die redigeren leuker (en makkelijker) vindt dan het schrijven zelf. Als ik bezig ben met de first draft, raak ik soms overweldigd door alles wat ik nog uit het niets op papier moet zetten. Echter, met een first draft als basis voelt het allemaal overzichtelijker. Daar een scène net iets anders beschrijven, daar wat alinea’s schrappen. Misschien hier een nieuwe alinea om een later plotpunt duidelijker te maken. Een kaart schetsen voor extra inzicht. Dit zijn allemaal taakjes die ik kan overzien. Ze lijken misschien minder prestigieus qua aard, maar zijn daarom niet minder belangrijk.

Dus, wanneer ligt mijn boek in de winkel? Nou, eerst moet De Zuivering nog even deze redigeerronde door, maar daarna is ze hopelijk klaar om officieel gepresenteerd te worden bij uitgeverijen! Immers, eeuwig blijven redigeren is ook niet de bedoeling. Maar voor nu moeten we nog eventjes geduld hebben.

“Hoe lang duurt die redigeerronde dan nog?”

Uhm…